Antalcidas (Vrede van). Toen de Spataansche vloot door den Atheenschen veldheer Conon vernietigd was (394 vóór Chr.), zoodat Sparta de heerschappij ter zee en de steden der Aziatische kusten en eilanden verloor en geen kans zag om tegen de verbondene Staten van Midden- en Noord-Griekenland met goed gevolg strijd te voeren, besloot Agesilaus, koning van Sparta, om door bijstand der Perzen zijn rijk tot de voormalige oppermagt te verheffen.
Hij zond Antalcidas, een schranderen en listigen staatsman, naar Tirilazus, onderkoning van Sardes en Perzisch veldheer in Klein-Azië, om met dezen daarover onderhandelingen aan te knoopen. Zijne eerste pogingen (392 vóór Chr.) hadden geen ander gevolg, dan dat zij eene gunstige stemming vóór Sparta en eene ongunstige tegen Griekenland veroorzaakten. Hij vernieuwde ze 4 jaren later te Susa bij koning Artaxerxes Mnemon en bereikte, door Tirilazus ondersteund, volkomen zijn doel. Hij keerde met dezen naar Klein-Azië terug, nadat hij van den Koning de belofte had ontvangen, dat de Spartanen bij het Perzische hof allen steun zouden vinden, indien de overige Grieksche staten eenigen onwil betoonden. Deze laatste, den langen oorlog moede, zonden gezanten naar Klein-Azië, om uit den mond van Tirilazus het verlangen des Konings te vernemen. De voorwaarden, waaronder de vrede — die van Antalcidas — gesloten werd (887), waren de volgende: “De Grieksche steden van Klein-Azië worden toegevoegd aan de Perzische heerschappij, — alle andere Grieksche steden worden zelfstandig en onafhankelijk, — wie zich tegen dezen vrede verklaart, ontvangt eene oorlogsverklaring van Perzië en van hen, die hem onderteekenen.” Het schandelijke van dezen vrede lag in de omstandigheid, dat de Grieken hunne stam- genooten in Klein-Azië ter prooi lieten aan de Barbaren. Tevens was hij gevaarlijk voor hunne vrijheid, omdat door de zelfstandigverklaring der steden de bondgenootschappen werden opgeheven. Antalcidas, de bewerker van dezen verfoeijelijken vrede, werd door vrienden en vijanden diep veracht en maakte door een vrijwilligen hongerdood een einde aan zijn leven.