Amsibarii is de naam van een Germaansch volk, dat oudtijds op de beide oevers van den benedenloop der Eems gevestigd was en tot de bondgenooten der Romeinen behoorde. Met deze streden zij tegen de Cheruscen, maar later verlieten zij het bondgenootschap, om onder Arminius of Herman aan den algemeenen noord-Germaanschen vrijheidsoorlog deel te nemen. Omstreeks het jaar 59 vóór Chr. werden de Amsibarii door de Chaucen uit hunne woonplaats verdreven, en zij vroegen aan de Romeinen verlof, om zich langs de Rijn en de IJssel te vestigen. Toen de Romeinsche aanvoerder hun verzoek met trotschheid van de hand wees, riepen zij de Bructeren en Teutonen te hulp.
Weldra zagen zij zich van deze verlaten en door de Usipeten en Tubanten verstooten, zoodat zij de gastvrijheid der Katten en der Cheruscen moesten inroepen. In ellende omdolend, nu eens als lastige vrienden mishandeld, dan weder als vijanden vervolgd, werd deze stam spoedig eene prooi der vernietiging. Wat er van overbleef, werd later bij de Franken ingelijfd.
