Veen-, gras- en heidegronden worden wel eens afgebrand, om daaraan eene gewenschte vruchtbaarheid te geven. Door de asch, die vervolgens met de daaronder liggende laag vermengd wordt, erlangt de grond niet alleen nieuwe alkaliën, maar ook de minerale bestanddeelen ondergaan door de hitte eene verandering, die den plantengroei sterk begunstigt. Zulk een afbranden van den bodem geschiedt in de steppen van Zuid-Rusland, in Azië, Amerika en Zuid-Afrika op eene groote schaal. Daardoor wordt de grond bedekt met oplosbare zouten, die bij regenvlagen smelten en in de aarde doordringen.
In ons Vaderland worden in het voorjaar de hooge veengronden gedeeltelijk afgebrand, om ze voor den boekweitbouw gereed te maken. Menige schoone lentedag wordt door den veendamp bedorven. — Wanneer men hard staal wil ontlaten of verzachten tot dien graad, welke met de donker violette aanloopkleur overeenkomt, dan bestrijkt men het met olie of talk en men verhit het boven kolen totdat dit bestrijksel begint te branden. Ook aan deze handelwijze geeft men den naam van afbranden. Dit woord wordt desgelijks gebruikt bij het vergulden van bronzen voorwerpen. Deze laatste moeten eerst af gebrand worden alvorens men ze met verguldsel bedekt. Ook legt men ze vervolgens in een zuur, om ze van de oxyde te bevrijden, en aan deze laatste bewerking geeft men den naam van afbijten.