Gepubliceerd op 30-10-2017

zwart zien van

betekenis & definitie

zwart zien van - Frase
1. er donker uitzien door
Hij toont zijn handen, die zwart zien van het roet.
2. (figuurlijk) schuilgaan achter de donkere zwerm van, dicht overdekt zijn met, bezocht zijn door menigte van
Als alles verloopt zoals de organisatie dat hoopt, dan moet het donderdag in het Hubertushuis in Kerkrade zwart zien van de jongeren.
3. (figuurlijk) donkere schaduwplekken op het lichaam hebben
De mensen zagen zwart van de honger en ontbering, terwijl ze bijna niet op de benen konden staan.

Woordherkomst
woordgroep van zwart (bijvoeglijk naamwoord), zien (werkwoord) en van (voorzetsel)
*[1] letterlijk, met "zien" in de betekenis "eruitzien als"
*[2] omdat het grote aantal de indruk van een donkere geheel oproept
*[3] uit het Middelnederlands