zwart zien van - Frase
1. er donker uitzien door
♢ Hij toont zijn handen, die zwart zien van het roet.
2. (figuurlijk) schuilgaan achter de donkere zwerm van, dicht overdekt zijn met, bezocht zijn door menigte van
♢ Als alles verloopt zoals de organisatie dat hoopt, dan moet het donderdag in het Hubertushuis in Kerkrade zwart zien van de jongeren.
3. (figuurlijk) donkere schaduwplekken op het lichaam hebben
♢ De mensen zagen zwart van de honger en ontbering, terwijl ze bijna niet op de benen konden staan.
Woordherkomst
woordgroep van zwart (bijvoeglijk naamwoord), zien (werkwoord) en van (voorzetsel)
*[1] letterlijk, met "zien" in de betekenis "eruitzien als"
*[2] omdat het grote aantal de indruk van een donkere geheel oproept
*[3] uit het Middelnederlands
Gepubliceerd op 30-10-2017
zwart zien van
betekenis & definitie