Gepubliceerd op 30-10-2017

zonwerend

betekenis & definitie

zonwerend - Bijvoeglijk naamwoord
1. de straling van de zon tegenhoudend
Op verzoek haalt de slager op de hoek het zonwerende doek weg dat hij voor de halfronde raampartij heeft hangen; zo hebben we beter zicht op de bijna wulpse belijning. Je zou denken dat de slager — de enige nog in de Hoek — blij is met zijn bijzondere onderkomen, maar „’s winters is het te koud, dat ronde glas, en ’s zomers te heet.” De vrouw van de slager: „We zouden die zuil midden in de winkel wel willen weghalen, maar je mag hier niets veranderen.”

Woordherkomst
samenstelling van zon en werend