zonnen - Werkwoord
1. (inerg) zich gedurende een zekere tijd blootstellen aan zonnestraling
♢ Ik zat even te zonnen in het voorjaarszonnetje.
zonnen - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van zinnen
♢Wij zonnen
♢Jullie zonnen
♢Zij zonnen
zonnen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zon
Synoniemen
zonnebaden
Gepubliceerd op 30-10-2017
zonnen
betekenis & definitie