zonloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. somber, kil, zonder vrolijkheid
♢ "Om 't droevig zonloos oord der onrust in te treden?"
2. (meteorologie) zonder zonneschijn
♢ Het is vandaag een zonloze dag met veel regenbuien.
Gepubliceerd op 30-10-2017
zonloos
betekenis & definitie