zetelroof - Zelfstandignaamwoord
1. (politiek) het behoud van de eigen zetel in een parlement na het verlaten van de fractie
♢ Geert Wilders werd door Jozias van Aartsen beschuldigd van zetelroof, omdat hij zijn zetel te danken had aan de VVD-fractie waar hij toe behoorde en weigerde deze aan zijn voormalige partij af te staan.
Woordherkomst
samenstelling van zetel en roof
Gepubliceerd op 30-10-2017
zetelroof
betekenis & definitie