Gepubliceerd op 31-10-2017

zedenmeester

betekenis & definitie

zedenmeester - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die regelmatig/voortdurend zegt wat wel en niet zou mogen op zedelijk gebied.
Het blad, [de Hollandsche Spectator] en daarmee dus zijn redacteur Justus van Effen, fungeerde als een gezaghebbende zedenmeester, die de principes van de Verlichting (redelijkheid, tolerantie, sociabiliteit) vertaalde naar de burgers toe.

Woordherkomst
samenstelling van zede en meester met het invoegsel -n-

Synoniemen
zedenprediker, moralist