zedenkundige - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) iemand die zich met zedenkunde bezighoudt
♢ Hij is eerder een schurk dan een zedenkundige te noemen.
zedenkundige - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van zedenkundig
Woordherkomst
Afgeleid van zedenkundig met het achtervoegsel -e
Gepubliceerd op 31-10-2017
zedenkundige
betekenis & definitie