Gepubliceerd op 31-10-2017

zedenkundige

betekenis & definitie

zedenkundige - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) iemand die zich met zedenkunde bezighoudt
Hij is eerder een schurk dan een zedenkundige te noemen.

zedenkundige - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van zedenkundig

Woordherkomst
Afgeleid van zedenkundig met het achtervoegsel -e