Gepubliceerd op 31-10-2017

wisselen

betekenis & definitie

wisselen - Werkwoord
1. (inerg) veranderen
Hij moest van de leraar van plaats wisselen.
2. (inerg) op een ander spoor overgaan van treinen
De trein moest snel wisselen.
3. (ov) het een voor het ander nemen of geven
Kunt u dit product voor mij wisselen?
4. (ov) groot geld ruilen voor klein geld of geld ruilen voor andere valuta
Ik wil graag honderd euro wisselen. Kan dat hier?