wervelen - Werkwoord
1. ergatief zich al draaiend ergens heen bewegen
♢ De waterhoos was over het meer gewerveld.
2. ergatief overdrachtelijk: zich snel voortbewegen
♢ De dansers wervelden over het toneel.
3. absoluut een draaiende beweging maken
♢ Bij het opengaan van de sluisdeur had het water heftig gewerveld.
Woordherkomst
Afgeleid van wervel met het achtervoegsel -en
Gepubliceerd op 31-10-2017
wervelen
betekenis & definitie