wasplaats - Zelfstandignaamwoord
1. locatie waar men zich kan wassen en / of de was kan doen
♢ Zijn collega’s, die in de schemer op badslippers tussen de wasplaats en het tentenkamp pendelen, zijn al net zo opgewonden. „Wat we hier meemaken, kan in Nederland niet meer”, zegt luitenant Stephan. „Enorme schietbanen. En de munitie lijkt wel onuitputtelijk! Vooral de Tsjechen blijven maar doorkomen met patronen!”
Woordherkomst
samenstelling van was en plaats
Synoniemen
[2] wasbak
Gepubliceerd op 31-10-2017
wasplaats
betekenis & definitie