Gepubliceerd op 31-10-2017

wallen

betekenis & definitie

wallen - Werkwoord
1. een wal opwerpen
1. (intr) werken aan vestingwerken
2. (ov) (van een stuk land) de sloten eromheen schoonmaken door slib en waterplanten langs de kant op de oever te halen
2. (verouderd) omhoog borrelen
1. (intr) door verhitting opborrelen
2. (ov) aan de kook brengen of laten weken
3. (intr) golvende bewegingen maken

wallen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wal

Woordherkomst
[werkwoord 1] van Middelnederlands, op te vatten als afgeleid van wal met het achtervoegsel -en
[werkwoord 2] van Middelnederlands, cognaat met wellen
[zelfstandig naamwoord]: wal met de uitgang -en