vorst - Zelfstandignaamwoord
1. (adel) heersend edelman, bijvoorbeeld een koning, monarch of keizer
♢ De vorst werd tot aftreden gedwongen.
2. (meteorologie) weersomstandigheden waarbij water in ijs verandert
♢ Er wordt tien graden vorst voorspeld.
3. (bouwkunde) nok van een dak, bovenste rij pannen van een dak
4. bos, woud
vorst - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorsen
♢ Jij vorst
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorsen
♢ Hij vorst
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vorsen
♢ vorst!
Woordherkomst
(2: Naamwoord van handeling van vriezen)
Gepubliceerd op 31-10-2017
vorst
betekenis & definitie