adel - Zelfstandignaamwoord
1. (adel) bevoorrechte en vaak ook rijke groep personen aan wie een meest erfelijke titel verleend was en aan wie voorheen een bepaald gebiedsdeel in eigendom gegeven was
♢ In die tijd beschouwden velen de adel als een verzameling parasieten.
♢ De graaf van Almelo is van adel.
adel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adelen
♢ Ik adel
2. gebiedende wijs van adelen
♢ adel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adelen
♢ adel je?
Woordherkomst
uit het Duits
Gepubliceerd op 31-10-2017
adel
betekenis & definitie