voetéren - Werkwoord
1. (inerg) te voet gaan.
♢ Als onze fiets stuk is, dan moeten we wel voeteren.
2. ergatief te voet ergens heen gaan.
♢ Hij is van Amsterdam naar Utrecht gevoeteerd.- .
Woordherkomst
Afgeleid van voet met het achtervoegsel -eren, dat ontstaan is uit de infinitief van Franse leenwoorden maar in sommige gevallen ook aan erfwoorden gehecht wordt.
Synoniemen
te voet gaan
Zie ook
foeteren
Gepubliceerd op 31-10-2017
voeteren
betekenis & definitie