visserij - Zelfstandignaamwoord
1. het vangen van vis of andere organismen (weekdieren, schaaldieren, schelpdieren, zoogdieren, algen, zeewier) uit het water, al of niet als broodwinning
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van vissen met het achtervoegsel -erij of afgeleid van visser met het achtervoegsel -ij
Verwante begrippen
visvangst
Gepubliceerd op 31-10-2017
visserij
betekenis & definitie