Gepubliceerd op 31-10-2017

verzitten

betekenis & definitie

verzitten - Werkwoord
1. ergatief anders gaan zitten
Terwijl de specht, zich onbespied wanend, rondom de takken rende, als had hij lijm aan zijn poten, roffelde, insecten opspeurde, verzat, versprong en pneumatisch vibreerde, vuurde ik een stortvloed aan vragen op hem af, zoals: Wat moet je nou hier?<ref>Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2006<br>Dankwoord door Anton Valens</ref>.

Woordherkomst
Afgeleid van zitten met het voorvoegsel ver-