Gepubliceerd op 31-10-2017

vervoegbaar

betekenis & definitie

vervoegbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. het van vorm kunnen veranderen van een werkwoord onder invloed van tijd, persoon, getal of wijs
schoenmaken|Schoenmaken, schoorsteenvegen, spoorzoeken, steenhouwen, strooplikken en stroopsmeren voorbeelden van werkwoorden die niet-vervoegbaar zijn.
maken|Maken, vegen, zoeken, houwen, likken en smeren zijn voorbeelden van werkwoorden die wel vervoegbaar zijn.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van vervoegen met het achtervoegsel -baar

Synoniemen
conjugabel, verbuigbaar