verricht - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verrichten
2. gebiedenwijs van verrichten
3. voltooid deelwoord van verrichten
verricht - Bijvoeglijk naamwoord
1. gedaan, klaar uitgevoerd
♢ Na verrichte arbeid ging hij weer terug naar huis.
Woordherkomst
stam van verrichten [1, 2]
voltooid deelwoord van verrichten [3]
Antoniemen
onverricht
Gepubliceerd op 31-10-2017
verricht
betekenis & definitie