verkrampt - Bijvoeglijk naamwoord
1. met stijf aangetrokken spieren
♢ Na enige tijd op zijn hurken gezeten te hebben masseerde hij zijn verkrampte beenspieren.
2. overdrachtelijk overdreven onwillig om zich aan te passen
♢ Zijn verkrampte houding maakte hem veel vijanden.
verkrampt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkrampen
♢ Jij verkrampt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkrampen
♢ Hij verkrampt
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van verkrampen
♢ verkrampt!
Gepubliceerd op 31-10-2017
verkrampt
betekenis & definitie