vergroot - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vergroten
2. gebiedenwijs van vergroten
vergroot - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van vergroten
1. vormt de voltooide tijden
♢ Hij had de foto vergroot.
2. vormt de lijdende vorm
♢ De foto kon niet vergroot worden.
3. attributief gebruikt
♢ De vergrote foto.
Gepubliceerd op 31-10-2017
vergroot
betekenis & definitie