Gepubliceerd op 31-10-2017

vakgroep

betekenis & definitie

vakgroep - Zelfstandignaamwoord
1. coherente verzameling kennisgebieden die vallen onder één hoogleraar
Aan erfelijkheidsonderzoek komt dus, vreemd genoeg, geen DNA te pas. Aan de basis van een erfelijkheidsstudie liggen vragenlijsten. De meeste tweeling-onderzoekers zijn verbonden aan psychologische faculteiten. Het Nederlandse Tweelingen Register is ondergebracht bij vakgroep Biologische Psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
2. groep binnen een organisatie met een bepaalde kennis, vaardigheid of bezigheid als gemeenschappelijke factor, een deel van een vakvereniging
Hij was hoofd van de vakgroep bouwkunst der algemene katholieke kunstenaarsvereniging.

Woordherkomst
samenstelling van vak en groep

Synoniemen
[1] departement, sectie