vakgroep - Zelfstandignaamwoord
1. coherente verzameling kennisgebieden die vallen onder één hoogleraar
♢ Aan erfelijkheidsonderzoek komt dus, vreemd genoeg, geen DNA te pas. Aan de basis van een erfelijkheidsstudie liggen vragenlijsten. De meeste tweeling-onderzoekers zijn verbonden aan psychologische faculteiten. Het Nederlandse Tweelingen Register is ondergebracht bij vakgroep Biologische Psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
2. groep binnen een organisatie met een bepaalde kennis, vaardigheid of bezigheid als gemeenschappelijke factor, een deel van een vakvereniging
♢ Hij was hoofd van de vakgroep bouwkunst der algemene katholieke kunstenaarsvereniging.
Woordherkomst
samenstelling van vak en groep
Synoniemen
[1] departement, sectie
Gepubliceerd op 31-10-2017
vakgroep
betekenis & definitie