uitstoten - Werkwoord
1. (ov) uit een groep doen weggaan
♢ Op een zekere leeftijd worden mannetjesolifanten uitgestoten uit de kudde.
2. (ov) (milieukunde) in het milieu vrijlaten
♢ Er werd bij dat proces vrij veel kwik en cadmium uitgestoten.
3. (ov) uiten
uitstoten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstoot
Woordherkomst
samenstelling van uit en stoten
Gepubliceerd op 31-10-2017
uitstoten
betekenis & definitie