uitrollen

betekenis & definitie

uitrollen - Werkwoord
1. ergatief ophouden te rollen
♢ De bal was al bijna uitgerold voordat een speler er een trap tegen kon geven.
2. (ov) (sport) met een rollende beweging een bal in het spel brengen
3. (ov) in een rollende beweging uitspreiden
♢ Het was moeilijk het papyrus uit te rollen omdat deze erg breekbaar geworden was.

Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en rollen(werkwoord)