uitbuiten - Werkwoord
1. (ov) op nietsonziende wijze zijn voordeel doen van de omstandigheden van iets of iemand
♢ Het is goed mogelijk dat de in het nauw gebrachte Libische leider de gevangenname van de Nederlandse militairen zal proberen uit te buiten.
Woordherkomst
samenstellende afleiding van uit (bijwoord) en buit (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -en dat een werkwoord vormt
Gepubliceerd op 01-11-2017
uitbuiten
betekenis & definitie