Gepubliceerd op 01-11-2017

tussentijds

betekenis & definitie

tussentijds - Bijwoord
1. niet op de normale tijd, tussen twee normale tijden in
Tussentijds neem ik geen snacks meer, ik eet dus geen tussendoortjes meer.

tussentijds - Bijvoeglijk naamwoord
1. op een afwijkend moment (van iets wat normaal op vaste tijdstippen gebeurt)
Omdat het nog lang duurde voordat ze weer met vakantie konden, maakten ze een tussentijds uitstapje.

Woordherkomst
afgeleid van tussentijd met het achtervoegsel -s