trouwlustig - Bijvoeglijk naamwoord
1. zin hebbend om te trouwen
♢ De twee trouwlustige vrouwen konden pas in 2001 met elkaar trouwen toen ze al 50 jaar samen waren.
Woordherkomst
afleiding van trouwen en lust met het achtervoegsel -ig
Gepubliceerd op 01-11-2017
trouwlustig
betekenis & definitie