Gepubliceerd op 01-11-2017

trouwlustig

betekenis & definitie

trouwlustig - Bijvoeglijk naamwoord
1. zin hebbend om te trouwen
De twee trouwlustige vrouwen konden pas in 2001 met elkaar trouwen toen ze al 50 jaar samen waren.

Woordherkomst
afleiding van trouwen en lust met het achtervoegsel -ig