tronen - Werkwoord
1. (schertsend) (intr) breeduit zitten als op een troon
2. (ov) door vleierij iemand tot iets aanzetten
tronen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord troon
Gepubliceerd op 01-11-2017
tronen
betekenis & definitie