tetraëder - Zelfstandignaamwoord
1. (wiskunde) een door vier gelijkzijdige driehoeken ingesloten lichaam
♢ Op die pagina's stonden verschillende tetraëders afgebeeld.
Woordherkomst
afgeleid van het Griekse 'hedra' (zetel, vlak) met het voorvoegsel tetra-
Verwante begrippen
viervlak
Gepubliceerd op 01-11-2017
tetraëder
betekenis & definitie