stoofvlees - Zelfstandignaamwoord
1. (rund)vlees dat door (zeer) langdurig stoven (zeer) mals is geworden
♢ Voor mijn tafelgenoten en mij ging het deze week in La Pizza Noord onder meer van start met de eerste dagmenu’s: gefrituurde polenta met stoofvlees, finnochio ofwel geroosterde venkel met pruimen in rode wijn, en branzino: carpaccio van rauwe zeebaars met artisjok, en een pizza met eveneens rauwe tonijn. Huisgemaakte desserts op de openingsdag waren een citroentaart en een taart van rabarber. Kun je toch ook moeilijk laten staan. Ik bedoel maar, kom er allemaal maar eens om in de doorsnee-pizzatent.
2. belgisch gerecht bestaande uit stukken stoofvlees die klaargemaakt zijn in donkerbier
♢ Net zoals alle eten in België is stoofvlees klaargemaakt in bier.
Woordherkomst
samenstelling van stoof(werkwoord) en vlees
Synoniemen
draadjesvlees, stooflap
Gepubliceerd op 02-11-2017
stoofvlees
betekenis & definitie