Gepubliceerd op 02-11-2017

stipt

betekenis & definitie

stipt - Bijvoeglijk naamwoord
1. precies op tijd komend
Het is vreemd dat hij er niet is, want hij is altijd zo stipt.
2. nauwgezet.
Stipte naleving hiervan is vereist.

stipt - Bijwoord
1. met grote precisie
Deze aanwijzingen moeten stipt opgevolgd worden voor het beste resultaat.

stipt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stippen
♢ Jij stipt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stippen
♢ Hij stipt
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van stippen
stipt!