sprokkelen - Werkwoord
1. (ov) losliggend hout zoeken voor een vuur
♢ Er waren vrij veel stronken en takken gesprokkeld en het vuur brandde de hele nacht en hield de kampeerders warm.
2. (ov) kleine beetjes of waren vergaren bij anderen zonder tegenprestatie of betaling
3. (inerg) valsspelen
♢ Het bleef zijn medeleerlingen onopgemerkt dat hij tijdens de hardloopwedstrijd in de laatste meters gesprokkeld heeft door de bocht af te snijden.
Woordherkomst
Afgeleid van sprokkel met het achtervoegsel -en of een frequentatieve vorm van het verouderde sprocken
Gepubliceerd op 02-11-2017
sprokkelen
betekenis & definitie