hout - Zelfstandignaamwoord
1. (n) het materiaal in het binnenste van houtige planten (bomen, struiken, etc)
2. (m) bos, park, bijv. Haarlemmerhout, Kralingerhout, Leidse Hout
♢ We hebben heerlijk in de hout gewandeld.
Gepubliceerd op 04-12-2017
hout
betekenis & definitie