spelen - Werkwoord
1. recreatief of ontspannend bezig zijn
2. muziek maken op een muziekinstrument
spelen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spel
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Advocaat van de duivel spelen
♦ Alles op het spel zetten
alles inzetten en mogelijk alles verliezen
♦ Brood en spelen
♦ Buiten spel blijven
(willen) proberen niet betrokken te zijn
♦ De eerste viool spelen
het hoogste woord hebben en de baas spelen
♦ De vermoorde onschuld spelen
♦ Hoog spel spelen
veel/grote risico's nemen
♦ Hoog spel spelen
veel/grote risico's nemen
♦ Iemand in de kaart spelen
iemand onbewust helpen
♦ Luistervinkje spelen
♦ Met vuur spelen
met gevaarlijke dingen laks omgaan, gevaarlijke dingen doen
♦ Mooi weer spelen
mooier voordoen dan het is
♦ Onder één hoedje spelen
samen iets oneerlijks doen
♦ Op de poot spelen
bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen
♦ Open kaart spelen
Eerlijk en openhartig zijn
♦ Parten spelen
♦ Poot-aan spelen
Hard doorwerken (om op tijd te zijn)
♦ Va-banque spelen
Synoniemen
spellen
Gepubliceerd op 02-11-2017
spelen
betekenis & definitie