shampoo - Zelfstandignaamwoord
1. een product, meestal in vloeibare vorm, dat bedoeld is om het haar te wassen
♢ Heb jij de fles shampoo ergens gezien?
shampoo - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shampooën
♢ Ik shampoo
2. gebiedende wijs van shampooën
♢ shampoo!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shampooën
♢ shampoo je?
Woordherkomst
Ontleend aan het Engelse #Engels|shampoo.
Synoniemen
haarwasmiddel
Gepubliceerd op 02-11-2017
shampoo
betekenis & definitie