Gepubliceerd op 04-12-2017

onuitspreekbaar

betekenis & definitie

onuitspreekbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. dat iets niet of nauwelijks uit te spreken is
Meteorologie is voor veel Nederlanders een onuitspreekbaar woord.

Woordherkomst
afleiding van uitspreekbaar met het voorvoegsel on-

Antoniemen
uitspreekbaar