ont- - Voorvoegsel
(niet scheidbaar)
1. ont- + werkwoord geeft een beëindiging van een werking of een verwijdering aan.
♢ Iets ontvangen betekent iets uit andersmans handen krijgen.
2. ont- + werkwoord vormt een in de regel ergatief werkwoord dat het begin van een spontaan proces aanduidt.
♢ Ontbranden betekent spontaan in brand vliegen.
3. ont- + zelfstandig naamwoord + -en vormt een werkwoord dat een verwijdering van iets aangeeft.
♢ Iets ontbladeren betekent bladeren verwijderen
4. ont- + bijvoeglijk naamwoord + -en vormt een werkwoord dat de beëindiging van een hoedanigheid aangeeft.
♢ Een klank ontronden betekent de klank minder gerond maken
♢ Het ontvetten van de keuken was een lastige klus.
5. ont- + bijvoeglijk naamwoord + -en vormt een werkwoord dat het begin van een hoedanigheid aangeeft.
♢ Iemand ontnuchteren betekent echter juist iemand nuchter maken, bijvoorbeeld door de dronkenschap te beëindigen.
♢ Op verzoek van de arts ontblootte hij zijn bovenlijf.
Antoniemen
[3]: be-; vgl. bebossen en ontbossen.
[4]: in-; vgl. invetten en ontvetten.
Gepubliceerd op 04-12-2017
ont-
betekenis & definitie