ongedurig - Bijvoeglijk naamwoord
1. rusteloos, ongeduldig en nerveus bewegend
♢ De jongen zat ongedurig op haar stoel te wippen, want hij moest nodig naar de wc.
Woordherkomst
afleiding van met het voorvoegsel on-, Naamwoord van handeling van duren en met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
rusteloos, woelziek, wispelturig, zenuwachtig
Antoniemen
kalm
Gepubliceerd op 04-12-2017
ongedurig
betekenis & definitie