Gepubliceerd op 04-12-2017

occlusief

betekenis & definitie

occlusief - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) een medeklinker die geproduceerd wordt met een volledige obstructie ergens in het spraakkanaal
In het Nederlands worden stemhebbende occlusieven, net als stemhebbende fricatieven, aan het eind van een lettergreep stemloos gemaakt.

occlusief - Bijvoeglijk naamwoord
1. (medisch) afsluitend

Woordherkomst
afgeleid van occlusie met het achtervoegsel -ief
afgeleid van het Franse occlusif of daarvoor van het Latijnse 'occlusum'

Synoniemen
plosief, plofklank

Verwante begrippen
sisklank, fricatief, wrijfklank, nasaal, neusklank, vloeiklank, liquida, glijklank, halfvocaal, affricaat, medeklinker