noorderbreedte - Zelfstandignaamwoord
1. (aardrijkskunde) de hoek die de verbindingslijn tussen een plek op het noordelijk halfrond en het middelpunt van de planeet met het vlak van de evenaar maakt
♢ De noorderbreedte van Amsterdam bedraagt 52o22'.
Antoniemen
zuiderbreedte
Verwante begrippen
westerlengte, oosterlengte
Gepubliceerd op 04-12-2017
noorderbreedte
betekenis & definitie