Gepubliceerd op 04-12-2017

noorder

betekenis & definitie

noorder - Bijvoeglijk naamwoord
1. (verouderd) in het noorden gelegen
2. geeft als eerste lid in samenstellingen aan dat het door het tweede lid genoemde noordelijk ligt of daarvandaan komt

Woordherkomst
afleiding van noord met het achtervoegsel -er

Synoniemen
noordelijk

Antoniemen
zuider

Verwante begrippen
ooster, wester