Gepubliceerd op 04-12-2017

nageboorte

betekenis & definitie

nageboorte - Zelfstandignaamwoord
1. de moederkoek, navelstreng en vliezen die geboren worden nadat de baby is geboren
Waarom offeren Nederlanders voor mooi weer worst en Vlamingen eieren? En wat deden boeren zoal met de nageboorte van een paard? De kaartencollectie van het Meertens Instituut laat het zien.
In de spetterende regen banjert Ingrid op haar klompen door de plassen op het erf, waar de nageboorte van het nieuwe kalfje nog ligt. Ze schuilt onder een druipend afdakje en tuurt over de glooiende weide. Zo ver je kunt zien, rijkt het boerenland van Johan. "Mooi hè."

Woordherkomst
samenstelling van na(voorzetsel) en geboorte(zelfstandig naamwoord)