monteren - Werkwoord
1. de juiste beelden achter elkaar zetten
♢ Ze waren bezig om de film te monteren.
2. ergens aan vastmaken
♢ Je moet eerst het groene plaatje monteren.
3. uit losse (onder)delen in elkaar zetten
Woordherkomst
afgeleid van het Franse monter met het achtervoegsel -eren
Gepubliceerd op 04-12-2017
monteren
betekenis & definitie