mislezend - Deelwoord
1. onvoltooid deelwoord van mislezen
1. attributief gebruikt
♢ De míslezende leraar zette een dikke streep door het huiswerk.
mislezend - Deelwoord
1. onvoltooid deelwoord van mislezen
1. attributief gebruikt
♢ Een zich mislézende apotheker kan groot onheil stichten.
mislezend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanmislezen
Gepubliceerd op 04-12-2017
mislezend
betekenis & definitie