mazzelaar - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die vaak geluk heeft, iemand die vaak mazzel heeft
♢ Die mazzelaar heeft nu al een baan terwijl hij nog geeneens is afgestudeerd.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van mazzelen met het achtervoegsel -aar
Synoniemen
bofkont, geluksvogel, gelukzak, mazzelkont, zondagskind
Antoniemen
pechvogel
Gepubliceerd op 04-12-2017
mazzelaar
betekenis & definitie