Gepubliceerd op 04-12-2017

mazzelaar

betekenis & definitie

mazzelaar - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die vaak geluk heeft, iemand die vaak mazzel heeft
Die mazzelaar heeft nu al een baan terwijl hij nog geeneens is afgestudeerd.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van mazzelen met het achtervoegsel -aar

Synoniemen
bofkont, geluksvogel, gelukzak, mazzelkont, zondagskind

Antoniemen
pechvogel