Gepubliceerd op 04-12-2017

magertjes

betekenis & definitie

magertjes - Bijvoeglijk naamwoord
1. alleen als naamwoordelijk deel: enigszins mager
Wat ziet hij er magertjes uit, hij is toch niet ziek?

Woordherkomst
Afgeleid van mager met het achtervoegsel -tjes. Doordat dit achtervoegsel is ontstaan uit onder meer het verkleiningsachtervoegsel -je volgt dit achtervoegsel dezelfde regels voor het invoegen van klanken achter de stam van het grondwoord; in dit geval is er een t; -tje gevend.