maatloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder de maat te kunnen houden
♢ Hij had een mateloze ambitie waarmee hij uiteindelijk direkteur is geworden van de grote multinational.
Woordherkomst
afgeleid van maat met het achtervoegsel -loos
Synoniemen
onmetelijk, onmatig, onbegrensd, enorm
Gepubliceerd op 04-12-2017
maatloos
betekenis & definitie