Gepubliceerd op 04-12-2017

maaswijdte

betekenis & definitie

maaswijdte - Zelfstandignaamwoord
1. (visserij) lengte van de zonder bijzondere krachtsinspanning tussen haar eindknopen gestrekte, doch niet gerekte maas, nat gemeten, met dien verstande, dat bij meerwandige netten deze meting wordt toegepast op de boezemmaas.
Er zijn verschillende maten voor de maaswijdte.

Woordherkomst
samenstelling van maas en wijdte